pestprotocol

Doel

Alle kinderen hebben het recht zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Leerkrachten en ouders uit de oudercommissie en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit pestprotocol.

Pesten en plagen

Tussen pesten en plagen is een duidelijk onderscheid te maken: plagen gebeurt meestal wederzijds op basis van gelijkwaardigheid en is doorgaans een korte actie die grappig bedoeld is. Op het moment dat de geplaag-de dit als negatief ervaart en het plagen structureel is spreken we van pesten.

Pesten op school

Pesten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

Daar zijn de volgende voorwaarden aan verbonden:

  • Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders.
  • De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt (middels gebruik van methode en ideeën in LAM), waarna met hen regels worden vastgesteld.
  • Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten –in samenwerking met de ouders- dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.
  • Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
  • Op onze school is een vertrouwenscontactpersoon aangesteld. Deze staat vermeld in de jaarbijlage van de schoolgids.

Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

  • altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen
  • zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot (‘ Het is een grapje…’)
  • een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven
  • briefjes doorgeven
  • beledigen
  • opmerkingen maken over kleding
  • isoleren en negeren
  • buiten school opwachten, slaan of schoppen
  • op weg naar huis achterna rijden
  • naar het huis van het slachtoffer gaan
  • bezittingen afpakken
  • schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer
  • pesten via msn of andere communicatiemiddelen

Hoe gaan we op De Tweemaster met pesten om?

  • Een effectieve manier om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels.
  • Aan het begin van elk schooljaar wordt er extra aandacht besteed aan de regels en afspraken, waaronder het pestprotocol.
  • De gepeste leerling krijgt ondersteuning, het gedrag van de pester wordt afgekeurd en de meelopers worden ook aangesproken.
  • Op school stellen we regelmatig een onderwerp in de kring aan de orde. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen binnen een groep, aanpak van ruzies, enz. kunnen daarbij aan de orde komen. Verschillende werkvormen kunnen daarbij gebruikt worden zoals: spreekbeurten, rollenspelen, zonnetje van de week,regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar, groepsopdrachten.
  • Het voorbeeld van de leerkrachten en de ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten, ouders en leerlingen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.

Belangrijke regels bij het hanteren van het pestprotocol

REGEL 1:

Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen het volgende bij: ‘ Je mag niet klikken, maar………… als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken’.

REGEL 2:

Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.

REGEL 3:

Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school.

Regels die gelden in alle groepen

  1. Doe niets bij een ander, wat je zelf ook niet prettig vindt.
  2. Kom niet aan een ander als een ander dat niet wil.
  3. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldnamen of ongewenste bijnamen.
  4. Als je kwaad bent, ga je niet slaan, schoppen, krabben (je komt niet aan de ander). Probeer eerst samen te praten.
  5. Vertel aan je meester of juf als je zelf wordt gepest of ziet als iemand anders wordt gepest. Blijf het vertellen als de pester doorgaat met pesten.
  6. Word je gepest, praat er thuis ook over; je moet het niet geheim houden.
  7. We lachen elkaar niet uit.
  8. We roddelen niet over elkaar.
  9. Eerst toestemming vragen voordat je spullen van een ander gebruikt.
  10. Niet iemand buitensluiten.
  11. Iemand niet op uiterlijk beoordelen.
  12. Nieuwe kinderen willen we goed ontvangen. Ze zijn welkom op onze school.
  13. Opzettelijk iemand pijn doen, opwachten buiten de school of achterna zitten om te pesten is niet toegestaan.
  14. Probeer eerst zelf een ruzie met praten op te lossen. Na het uitpraten wordt vergeven en vergeten.

Toevoeging:
Bovenstaande regels gelden op school en ook daarbuiten. Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de zgn. groepsregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen.

Aanpak van ruzies en pestgedrag in vier stappen

Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij:

STAP 1
Er eerst zelf ( en samen) uit proberen te komen.

STAP 2
Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen (eventueel de vertrouwenscontactpersoon).

STAP 3
De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Er wordt ook een afspraak gemaakt om te evalueren.

STAP 4
Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest /ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking volgens ‘Het Plan van Aanpak voor Leerlingen met Gedragsproblemen’ van onze school; er wordt een vermelding gemaakt op de overzichtslijst.

De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Indien er sprake is van onderhuids pesten, stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de groep te komen.

BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING:

  • Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest.
  • Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten.
  • Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren.
  • Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen
  • Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest.
  • Nagaan welke oplossing het kind zelf wil.
  • Sterke kanten van de leerling benadrukken.
  • Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt.
  • Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s).

BEGELEIDING VAN DE PESTER:

  • Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen).
  • Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste.
  • Excuses aan laten bieden.
  • In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft.
  • Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt.
  • Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren.
  • Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten?
  • Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn.
  • Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD, SMW

BEGELEIDING VAN DE MIDDENGROEP:

  • Duidelijk stelling nemen tegen pestgedrag en kinderen leren op welke manier dit kan.
  • Structurele aandacht voor ‘omgaan met elkaar’ en ‘sfeer in de groep’.
  • Voorbeeldgedrag van leerkrachten
  • Groep medeverantwoordelijk maken voor sfeer in de groep; melden van pestgedrag.
  • Veiligheid creëren en samenwerking, concurrentie tegengaan.

Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn:

  • Een problematische thuissituatie
  • Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen)
  • Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt
  • Voortdurend met elkaar de competitie aangaan
  • Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt

ADVIEZEN AAN OUDERS VAN GEPESTE LEERLINGEN:

  • Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind.
  • Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken.
  • Pesten op school kunt u het beste met de leerkracht bespreken.
  • Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terugkomen.
  • Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
  • Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt.
  • Stimuleer de leerling om naar de leerkracht te gaan.
  • Het gepeste kind niet overbeschermen bijvoorbeeld naar school brengen of ‘ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.

ADVIEZEN AAN OUDERS VAN PESTERS:

  • Neem het probleem van uw kind serieus.
  • Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden.
  • Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen.
  • Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet.
  • Besteed extra aandacht aan uw kind.
  • Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
  • Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind.
  • Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van de school staat.

ADVIEZEN AAN ALLE ANDERE OUDERS:

  • Neem de ouders van het gepeste kind serieus.
  • Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan.
  • Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag.
  • Geef zelf het goede voorbeeld.
  • Leer uw kind voor anderen op te komen.
  • Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
We maken gebruik van cookies om onze website optimaal te laten werken. Met het gebruik van onze diensten geef je ons toestemming om cookies te gebruiken.